De route vanaf Westport ging dwars door de natuur. Slechts een enkel huisje bevond zich ver in het landschap en het volgende dorpje was nog lang niet in zicht. We hadden nog geen ontbijt gehad en het was al na lunchtijd. We hadden honger!
Ben zag een bordje met de tekst “zalm te koop”. Dat bordje bracht ons naar een exclusief landhuis. Het ontbijt en de lunch was for guests only. Dat was een domper. We vertelden ons verhaal, maar zelfs daarna kregen we bij onze kop koffie maar één koekje aangeboden.
Met nog steeds een enorme honger moesten we nog een paar kilometer verder fietsen. Bij The Carraig Bar stonden een vijftal fietsen voor de deur. Binnen zaten 5 Australiërs die ook in Ierland meerdere dagen op pad waren. We raakten direct aan de praat. Toen we onze bestelling wilden opgeven, werd er door de bediening gezegd dat de mosselen op waren. Het bleek dat de Australiërs alle mosselen hadden besteld. Er kwamen zeker 5 grote mosselpannen bij hen op tafel. Het waren zoveel mosselen dat ze ons vroegen of we met hun een paar mosselen wilden mee-eten. Zo zaten we aan tafel met een heel leuk gezelschap en heerlijke mosselen. De video kan je zien op ons YouTube kanaal.
We hebben een stukje samen gefietst, maar uiteindelijk lag ons tempo wat hoger en zijn we ze kwijt geraakt. We hebben over 3 jaar in Australië afgesproken. Op het einde van de dag hebben we voordat we weer op zoek gingen naar een plekje voor de nacht nog een Guinness gedronken in Paddy Coynes bar. Daar zaten veel Ieren hurling op tv te kijken. Niemand die ons aansprak of aan wie we konden vragen waar we eventueel konden overnachten. Na nog een aantal kilometers gefietst te hebben, zijn we bij een boerderij gestopt. John had niet veel te missen behalve dat hij ons verhaal waanzinnig vond. We mochten in één van zijn hooischuren slapen. We konden zelf beslissen welke schuur onze voorkeur had.
De volgende dag was weer een dag door een prachtig landschap. In Galway was de omslag naar een drukke stad weer eens wat anders. Er was een lange straat met aan weerskanten alleen maar B&B’s. Aan de prijzige kant en niks bijzonders. Achteraf gezien hadden we wellicht toch beter de eilandhop-route kunnen nemen. We waren pas zo laat in een pub dat we erachter kwamen dat de keuken na 21 uur gesloten is. De enige optie was om te eten in een hotel. We kregen de tip om in het Parkhouse Hotel te eten. Dat was het hotel waar we een uur eerder geïnformeerd hadden naar de hotelkamerprijzen. Met meer dan € 200 waren we van onze fiets gevallen. De prijs van het avondeten was ook aan de hoge kant, maar het was wel het lekkerste eten in dagen.
Een dag later in Lisdoonvarna namen we weer een B&B. We hadden nog steeds een plek nodig om onze vuile was te doen. Helaas was de droger van B&B Bellview defect. De wasserette ging de volgende dag pas om 10 uur open. De gastvrouw van Bellview was wel zo aardig om een deel van de kamerprijs aan onze stichting te doneren.
De volgende dag begon nat en werd ook steeds natter. In een pub in Kilmihil zijn we gaan vragen naar een plek om te overnachten. We hadden al na 30 km willen stoppen, maar er was in geen heinde en verre een huis of B&B te vinden. We hadden een warme douche nodig en we moesten nodig onze kleding wassen. In Kilmihil werden we door de stamgasten van de plaatselijke pub goed geholpen. Na een paar telefoontjes konden we terecht bij Ann. Ann en haar man hadden een groot en goed verzorgd huis. Het huis was voornamelijk gebouwd van hout en Ann hield alles spik en span. Daar kwamen wij aan als twee verwilderde, natte en wellicht stinkende fietsers met een lading was. Ann was zo aardig om ons te helpen met alles wat we nodig hadden. Allereerst een warme douche. Vervolgens deed Ann voor ons de was en heeft ze fish&chips gehaald. Het was misschien erg ongebruikelijk voor een booking.com accommodatie, maar alles werd voor ons geregeld.
Iedereen onderweg had ons geadviseerd om ook naar Dingle te gaan. De Conor Pass was zwaar. Zeker vanwege de zeer harde stormachtige tegenwind en de regen. Zelfs Ben zei dat hij op sommige momenten dacht dat hij van zijn fiets zou afwaaien. Het uitzicht op de top was echter alle ontberingen meer dan waard. Na een super lekkere lange afdaling kwamen we aan in het vissersdorpje Dingle. Daar hebben we heerlijk vis gegeten bij The Fish box. Na 3 hoofdmaaltijden waren we weer helemaal opgeknapt.
De route langs de kust in Dingle was magnifiek. De mooie blauwe zee, met de rotsen en al het groen daarop. De mist gaf het iets mythisch en mysterieus. John, een fluitist langs de weg, bezong één van de eilandjes. Na een leuk gesprek met hem gaven we hem voor zijn spel wat muntgeld waarop hij ons € 1 teruggaf voor onze stichting.
De route langs de kust van Dingle naar Anascaul ging over een wel heel steil kiezelpad omlaag. De modder werkte ook niet mee. Met onze handen continue op de rem hebben we het zonder kleerscheuren gered. We hebben die nacht in een stal naast een lege koeienstal mogen slapen.
De Ballaghbeama Pass leek wel een scene uit de Lord of the Rings. Aan weerskanten enorme rotsen met daartussen een smal weggetje. Na deze vermoeiende dag konden we onze tent opzetten bij Ad en Clazien in Kenmare. Twee Brabanders die al vele jaren in Ierland wonen. Ons avontuur in de laatste week in Ierland lees je hier.
Comentarios