Zeven jaar lang op de fiets
tekst
Joos Philippens
foto’s
XPLORid en Peter Schols
Zal Ben van Baardwijk zijn ouders ooit nog zien?
Het is één van de dilemma’s als je voor een wereldreis van zeven jaar vertrekt. En je vader en moeder allebei 86 jaar zijn.
Twee stoere fietsen domineren de woonkamer van het appartement in een Maastrichtse buitenwijk. De ruimte is verder volgestouwd met reservekettingen, banden en allerlei noodzakelijke fietsspullen. De papieren rompslomp voor een reis door tachtig landen blijkt een mogelijk nóg grotere uitdaging.
Je bejaarde ouders achterlaten. Natuurlijk heeft Maastrichtenaar Ben van Baardwijk ermee geworsteld. „Ik ben nu 59, ik kan wachten tot jullie overleden zijn, maar dan ben ik misschien te oud om 100.000 kilometer over de wereld te fietsen. Ze vinden het nog steeds lastig.”
Van Baardwijk heeft zijn moeder een iPad gegeven waarmee ze hem en de Heerlense Linda Reimersdahl (38) via een gps-signaal straks continu kan volgen. „Mocht er iets met mijn ouders gebeuren, dan kunnen we eventueel terugvliegen, als we niet te ver buiten de bewoonde wereld zijn.”
Zeven jaar lang met z’n tweeën over de hele wereld reizen. Je moet het maar aandurven. Het initiatief lag bij Ben: „Ik volgde wereldfietsers op Instagram. Ik wilde dat ook, alleen.”
Twee jaar geleden ontmoette hij Linda. „Ik was meer van het wandelen, Ben overtuigde me”, zegt Linda. Aanvankelijk namen de mensen hen niet serieus. „Een wereldreis op de fiets? Het zal wel. Inmiddels zien ze wat we allemaal doen, is het kwartje gevallen. Toen we op 24 juni 2018 trouwden, vroegen we als cadeau een bijdrage voor de fietsen.”
Op de wereldkaart in hun woonkamer slingert een imposante lus door alle werelddelen. Vanuit Europa gaat het naar landen als Turkmenistan, Tadzjikistan, Mongolië, Bhutan, India, Myanmar, Cambodja, Indonesië, Australië, Nieuw-Zeeland, de Filipijnen, Canada, de VS, Peru, Chili, Argentinië, Zuid-Afrika, Congo, Nigeria. „Terug in Europa kijken we wel. Spanje, misschien Italië. Als we in Maastricht arriveren, fietsen we nog door naar de Noordkaap.”
Dat meen je niet! Je staat na zeven jaar weer voor de poorten van Maastricht, dan wil je toch thuis zijn? Ze glimlachen. „Misschien slaan we die trip inderdaad over. We zien wel. We leggen zo min mogelijk vooraf vast.”
Foto: Peter Schols
De landen die ze gaan aandoen, zijn zeker; de exacte route is dat niet. „We hebben navigatie en een kompas bij ons. We volgen de app van Buitenlandse Zaken met reisadviezen, praten met andere fietsers. Over een paar jaar kunnen er heel andere brandhaarden zijn.”
Brunssummerheide
De Pamir Highway in Tadjzikistan, waar vorig jaar vier fietsers opzettelijk zijn doodgereden, is onvermijdelijk. „Een risico?”, antwoordt Ben: „Zeker. Maar dan zeggen we: op de Brunssummerheide kun je ook neergestoken wprden..”
Naïef zijn ze niet. Hun veiligheid heeft natuurlijk prioriteit. Linda: „We hebben training gehad in Krav Maga (zelfverdediging) en bushcraft. We nemen een satellietcommunicator mee, met een noodknop voor alarmering van de lokale hulpdiensten.”
Oceanen en zeeën steken ze per boot over. Maar zonder een ticket te kopen. „In een haven kijken we of we met een zeilboot of vrachtschip mee kunnen. Na drie maanden vergeefs wachten, ja, dan vliegen we misschien.”
Ze rekenen zo: vijf jaar netto fietstijd, twee jaar gaan op aan rusten, vakanties en wachten. „We hebben geen doel", zegt Linda, „het is niet zo dat we al fietsend iets ingrijpends willen verwerken. We vinden het leuk dit avontuur te beleven.”
Verreweg de duurste aanschaf hebben ze al achter de rug: de speciale, supersterke fietsen. Van titanium, achttien kilo per stuk. Bijna onverwoestbaar. „We hoeven het versnellingssysteem maar eens in de 10.000 kilometer een paar druppels olie te geven.”
Gastvrij
Valpartijen zijn onvermijdelijk en ongetwijfeld gaan er in al die jaren onderdelen stuk. Ze fietsen al met al immers 2,5 keer rond de aarde. „Ach, overal in de wereld heb je fietsenmakers. We nemen zelf reserveremblokjes en -kettingen mee. Andere onderdelen hebben we op de meeste plekken, via DHL of zo, binnen een week.”
Zeven jaar lang worden de fietsen hun woning. Ze torsen elk veertig kilo mee. Linda: „In droge gebieden hebben we ook nog eens onze vier waterzakken à 8 liter nodig.”
Ze zetten de tent neer waar ze maar een fijne plek zien of overnachten gratis via de Warm
Shower-community, mensen die hun huis openstellen voor fietsers. „Die plekken heb je niet overal. Gelukkig kun je vaak bij de brandweer of het politiebureau je tent neerzetten. In veel landen zijn de mensen trouwens ongekend gastvrij. Ze trekken je bijna van de fiets af om bij hen te komen eten en slapen.”
Ze trainen ongetwijfeld al heel veel op de fiets. „Dat valt reuze mee. We fietsen straks 50 à 60 kilometer per dag, dus we kunnen redelijk ongetraind starten. Dat komt vanzelf.” Echt waar? „Nou ja: we gaan nu een paar keer per week naar de sportschool, zijn een weekje in de winterkou van Lapland gaan kamperen en hebben net een maand door Ierland gefietst.”
Ierland was voor Ben een makkie, maar Linda had een superklein verzet nodig. „Je staat bergop net niet stil. Maar een fiets met 40 kilo bepakking duwen, is nog zwaarder. We hebben in hooibergen geslapen, geweldig.”
Foto: XPLORid
Een wereldreis per fiets. Vooral door de lengte van de tocht zijn ook de paperassen een uitdaging. Ze hebben telkens visa nodig. Hoeveel hebben ze er vooraf geregeld? „Nul. Dat kan niet zo lang tevoren, want die documenten hebben maar een bepaalde geldigheidsduur. We hebben veel pasfoto’s bij ons om bij ambassades of consulaten visa aan te vragen. Natuurlijk goed geschoren en gedoucht. En dan vaak een week wachten.”
Pinnen
Hun paspoorten verlopen in 2025. Ze bevatten te weinig plek voor de visastempels van de 80 landen. Linda en Ben schaffen een tweede paspoort aan en als ook dat vol is, moet er een zakenpaspoort komen met ruimte voor nog eens 70 stempels.
In tropische landen dreigen allerlei ziektes. Dat vergt veel geregel van inentingen voor rabiës, geelzucht en malariapillen. „We moeten sommige inentingen onderweg herhalen.”
In sommige landen kun je niet pinnen, zoals in Iran. Ben: ,,Dat betekent pinnen in Turkije, aan de grens wisselen en met een stapeltje bankbiljetten op pad.”
Van luieren zal vaak geen sprake zijn. „Elke dag boodschappen doen, we moeten koken en wassen. En natuurlijk blogs schrijven.”
Bij deze kosmopolitische beschouwingen zou je de bureaucratie in eigen land bijna vergeten. Die is niet mis. Ben en Linda gaan meer dan acht maanden weg uit Nederland, waardoor ze zich verplicht moeten laten uitschrijven.
Linda: „Je komt in het register ‘onbekend, geen vaste woon- of verblijfplaats. Je mag zelfs geen postadres meer hebben. Als onze bankpasjes verlopen, dan moeten ze de nieuwe naar een vriend van ons sturen.”
Ben is per 1 oktober met vroegpensioen gegaan. Linda onderbreekt per 1 maart haar studie gezondheidstherapie en zegt haar twee baantjes op. De twee gaan super low budget leven. „We denken 6.000 euro per persoon per jaar nodig te hebben. Het vroegpensioen is natuurlijk niet veel, maar we verhuren het appartement in Maastricht en hebben spaargeld. Het fijne is dat we onderweg niet hoeven te werken.”
Via een goededoelenstichting willen ze iets terugdoen voor de mensen onderweg. „Denk aan het betalen van schoolgeld voor kinderen, het dak laten repareren, helpen met de oprichting van een bedrijfje. Alleen als mensen dat waarderen. In sommige landen zien ze hulp als een grove belediging van de gastvrijheid.”
Ze hopen 100.000 euro op te halen, één euro per te fietsen kilometer. Met die stichting waren ze maanden bezig. De Belastingdienst vroeg flink door over de ANBI-erkenning. Dan mag je maar 10 procent aan privépersonen geven. Ook was de bank zeer kritisch over mogelijke witwaspraktijken of steun aan terrorisme. Met welke bedrijven in Iran we zaken deden? We zeiden: We fietsen alleen en halen af en toe wat geld van de bank. Uiteindelijk ging ook de bank akkoord.” Zelfs bij kennissen heerste best scepsis. Ben: „We kregen wel eens de vraag: Jullie zamelen toch geen geld in om de reis te financieren? Maar nee: echt niet. We leggen transparant verantwoording af, het stichtingsbestuur ziet daarop toe.” Volgende kwestie. De AOW-opbouw van Ben wordt stopgezet. „Als je in Nederland woont, bouw je elk jaar 2 procent op. Dat staat straks zeven jaar stil.” Wel moet Ben AOW-premie betalen. „Dat is niet correct, maar we komen bij de belastingdienst niet verder dan één ambtenaar. Die belt alleen en legt niks op papier vast. Vrijwel nooit gaan mensen van mijn leeftijd op een dergelijk avontuur.”
Tijdloosheid
Omdat ze langer dan een jaar weggaan, zijn ze straks niet meer verplicht verzekerd in Nederland. De verzekering accepteert hen in principe niet meer. De Sociale Verzekerings Bank in Roermond zei: Stuur een brief naar Amstelveen, daar zitten de specialisten. Ben: „Een maand later kwam antwoord vanuit… Roermond: Dit is zo specialistisch, stuur een brief naar Amstelveen. We wachten al een halfjaar op duidelijkheid. Pas acht weken voor je weggaat, kun je een aanvraag indienen om in Nederland verzekerd te blijven. Nu zeggen ze: Je krijgt antwoord als je al onderweg bent…’”
Poeh, ze trotseren alle bureaucratie, dus ze moeten toch wel héél erg graag op wereldreis gaan. Gelach. Ben: ,,Stel je voor: vanwege de AOW hier blijven…” Linda: „Ik zou morgen willen vertrekken.” Ben: ,,Soms denk ik: laat me nou gewoon fietsen.”
Eind maart is hun vertrekfeest met familie, vrienden, kennissen, sponsors, oud-collega’s van het werk. Dat wordt beslist een emotionele bijeenkomst voor Linda en Ben die begin april, vlak voor zijn zestigste verjaardag, op de fiets stappen. Vanaf het Vrijthof. „We willen in elk geval op een zonnige dag vertrekken.”
Dan wacht hen hopelijk de beloning voor alle zorgen van nu. De wereldreis levert een zekere tijdloosheid op. Ben: „Klopt, we hebben niet de druk van een einddatum.” Linda: „Als we geen zin meer hebben om te fietsen, dan zetten we gewoon de tent op. De rust op de fiets, de gedachte dat alles wel goed komt…”
Ben verwacht niet dat ze straks weer op het Maastrichtse flatje gaan zitten. „We ontdekken zo veel mooie plekken op de wereld.” Linda: „Nederland is over zeven jaar natuurlijk ook veranderd. Misschien gaan we andere mensen helpen zo’n reis op te zetten.” Ben staart kort naar de propvolle kamer en kijkt dan Linda aan: „Laatst fietsten we op een mooie, rustige route op een brug over een autoweg. Ik zag al die auto’s voortrazen en zei tegen Linda: Ik ben blij dat we daar straks niet meer bij horen.’”
Voor meer informatie over de reis en de goededoelenstichting: https://www.xplorid.today/